Klimaatagenda 2030

In de provincie Groningen zetten we ons in om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Daarmee leveren we een bijdrage aan het Nationaal Klimaatakkoord. Tegelijk biedt dat kansen voor onze leefomgeving, onze economie en de manier waarop we onze provincie inrichten. Hoe we dat aanpakken, hebben we beschreven in de beleidsnotitie Klimaatagenda Groningen 2030. Deze publicatie is een verkorte versie hiervan.

Onze economie draait op energie: onze huizen worden grotendeels verwarmd met aardgas, onze computers gebruiken elektriciteit en ons eten wordt met zwaar transport naar de winkels gebracht. Op dit moment stoten we daarmee nog veel CO₂ uit. En dat kan anders! De technieken zijn er al, het vereist alleen een behoorlijke maatschappelijke organisatie om dat voor elkaar te krijgen.

Ik ben ervan overtuigd dat we met onze praktische en innovatieve instelling in Groningen samen smoel én uitvoering kunnen geven aan het Klimaatakkoord!

Nienke Homan

Gedeputeerde Energietransitie, Klimaat, Water en Nationaal Programma Groningen

Klimaatagenda Groningen

De Klimaatagenda Groningen is de uitwerking voor Groningen van Europese en nationale klimaatdoelstellingen. Deze doelstellingen zijn gericht op het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. De Klimaatagenda geeft een overzicht van wat wij als provincie Groningen doen om de doelen te behalen en wat en wie we daarvoor nodig hebben. Daarmee is deze Klimaatagenda de Groningse bouwsteen van het Nationaal Klimaatakkoord.

Onze Klimaatagenda telt vijf thema’s:

Elektriciteit

Woningen en gebouwen

Industrie

Landbouw en landgebruik

Mobiliteit

Eerst geven we in de volgende twee hoofdstukken inzicht in het Nationaal Klimaatakkoord en onze visie.

 KLIMAATAKKOORD

De aarde warmt op. Uit metingen op allerlei plekken in de wereld blijkt dat de temperatuur op aarde stijgt. Dat heeft grote gevolgen voor bijvoorbeeld planten en dieren, maar ook voor onze eigen leefbaarheid en veiligheid. Het Nationaal Klimaatakkoord is de Nederlandse bijdrage om de klimaatverandering tegen te gaan.

Steeds meer signalen wijzen erop dat de mens zelf een grote rol speelt bij het veroorzaken van klimaatverandering. Zo stoten we door ons energiegebruik veel CO₂ uit. Daarom heeft de Nederlandse overheid als doel gesteld om in 2030 49 procent minder CO₂ uit te stoten dan in 1990.

Het Klimaatakkoord is een pakket aan maatregelen om deze doelstelling te bereiken, verdeeld over vijf thema's en overlegtafels. Het Klimaatakkoord is tot stand gekomen in overleg met en heeft de actieve steun van een groot aantal organisaties. Zo is de overheid verzekerd van een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak.

Elektriciteit

Dertig regio’s in Nederland moeten er gezamenlijk voor zorgen dat in 2030 jaarlijks minimaal 35 terawattuur (TWh) duurzame elektriciteit op land wordt opgewekt. De regio’s overleggen met elkaar over de verdeling van deze opgave. Ten minste de helft van de duurzame energie moet worden opgewekt in een vorm waarbij inwoners participeren.

Woningen en gebouwen

In 2050 moet de gehele gebouwde omgeving zijn verduurzaamd. Dat betekent dat woningen en gebouwen goed geïsoleerd moeten zijn, duurzaam verwarmd moeten worden en gebruik moeten maken van schone elektriciteit, of deze zelfs produceren.

Vanaf 2021 moeten jaarlijks 50.000 woningen ‘van het gas’ worden gehaald. De gemeenten moeten hiervoor een plan opstellen (Transitievisie Warmte). Het tempo voor 2030 moet worden opgeschroefd tot 200.000 woningen per jaar.

Warmtetransitie
In Nederland worden de meeste huizen nog verwarmd met aardgas. Om het klimaatdoel te halen, moeten woningen en gebouwen op een andere manier worden verwarmd. Het overstappen op alternatieven voor aardgas wordt de ‘warmtetransitie’ genoemd.

Industrie

In 2030 moet de industrie in Nederland de uitstoot van CO₂ met maar liefst 14,3 megaton hebben verlaagd. Deze opgave is enorm groot, ook in vergelijking met de andere sectoren. Het aandeel van de industrie is (relatief) groter omdat het terugdringen van de uitstoot relatief minder geld kost.

Bedrijven kunnen de uitstoot beperken door te investeren in schonere technieken en door energie te besparen. Vanuit het Klimaatakkoord komen hier subsidies voor. Daarnaast komen er strengere eisen aan de uitstoot van schadelijke stoffen. En voor wat ze nog uitstoten, moeten de bedrijven meer gaan betalen.

Landbouw en landgebruik

In 2050 moeten landbouw en landgebruik klimaatneutraal zijn. Dat is een ingewikkelde uitdaging, omdat een deel van de uitstoot van broeikasgassen niet te vermijden is. Koeien produceren methaan en uit kunstmest komt lachgas vrij, beide zijn broeikasgassen. 

Aan de andere kant: de sector legt ook CO₂ vast: in de bomen, de bodem, gewassen en gras. Dat helpt mee aan het terugdringen van de CO₂. De ambitie van de sector is om in 2050 de onvermijdelijke uitstoot van broeikasgassen in balans te brengen met het vastleggen van broeikasgassen en de productie van hernieuwbare energie én biomassa. 

Voor 2030 moeten landbouw en landgebruik zorgen voor een aanvullende afname van 3,5 megaton CO₂ in 2030.

Mobiliteit

In het Klimaatakkoord zijn verder afspraken gemaakt over het inzetten van duurzame brandstoffen zoals waterstof, over elektrisch vervoer, over anders reizen, over verduurzaming van de logistiek en over verduurzaming van personenmobiliteit. Van provincies en gemeenten wordt verwacht dat ze elektrisch rijden stimuleren, alternatieve brandstoffen inzetten, zero-emissiezones instellen in stedelijk gebied, het regionaal openbaar vervoer verduurzamen en zuinige autobanden stimuleren. Veel nadruk ligt op de fiets.

Het Klimaatakkoord streeft naar ‘zorgeloze mobiliteit’ voor iedereen, zonder emissies. De focus ligt op bereikbaarheid en toegankelijkheid. Iedereen moet betaalbaar, veilig, comfortabel, makkelijk én gezond kunnen reizen. Deze ‘zorgeloze mobiliteit’ vraagt om een samenhangende aanpak, waarin alle vervoersvormen en de infrastructuur zo goed mogelijk worden benut.

 GRONINGER AANPAK

Wat willen we in Groningen bereiken met deze Klimaatagenda? Om dat zichtbaar te maken, maken we een uitstapje naar 2050.

In 2050 is het ons gelukt een heel groot deel van de huizen, het verkeer en de industrie te verduurzamen. We maken gebruik van energie uit wind, zon, duurzame (rest)warmte en waterstof.

In 2050 is het al een tijdje geleden dat we in Groningen de groene waterstofeconomie echt aan de praat kregen. Dat is vooral te danken aan de windparken op zee, die inmiddels meer dan 20 gigawatt (GW) energie leveren. De overgebleven energiecentrales zijn overgeschakeld op groene brandstoffen. De energie transporteren we in de vorm van waterstof naar andere delen van Nederland en buurlanden. Het overschot slaan we op, deels ondergronds. Op momenten dat er weinig wind- en zonne-energie beschikbaar is, kunnen we deze opgeslagen waterstof omzetten in elektrische energie.

Sinds tien jaar meren enorme groene tankers in de Eemshaven aan met groene waterstof. Waterstof wordt in Groningen geproduceerd en met Groningse kennis, technologie en infrastructuur verspreid over een groot deel van Europa. Door de groei van de waterstofeconomie en kennis en innovatie hebben veel bedrijven uit de energiesector zich in Groningen gevestigd. Resultaat: duizenden extra banen op het gebied van energietransitie en klimaat.

De landbouw heeft veel minder impact op de natuur dan ten tijde van de stikstofcrisis, nu alweer dertig jaar geleden. Door vroegtijdig in te spelen op aanpassingen van de Europese landbouwregels en door slim te combineren, loopt de landbouw nu juist voorop. Onze provincie is ook letterlijk groener geworden, door het aanleggen van bos en hout. Openbaar vervoer rijdt elektrisch of op waterstof. En de auto's? Tja, alleen de laatste auto's uit de jaren 30 hebben nog een tijdje een ontheffing om op dure benzine of diesel te rijden.

De energietransitie kan rekenen op draagvlak bij de inwoners en bedrijven in Groningen. Zij hebben na de gaswinning ervaren dat verduurzaming nieuw perspectief voor Groningen biedt. Zo is er nieuwe (vervangende) werkgelegenheid gecreëerd. En er is rekening gehouden met de wensen van inwoners en bedrijven bij de inpassing van duurzame energie in de provincie. Inwoners en bedrijven zijn de trotse eigenaren van 100 procent Groningse duurzame energie.

In 2050…

Het wensbeeld voor 2050 leert ons dat we met alle partijen moeten samenwerken. De Groningse Klimaatagenda levert zeker een relevante bijdrage aan de energietransitie, maar de bouwstenen van andere partijen zijn minstens zo belangrijk.

Met het Nationaal Klimaatakkoord is de weg naar 2050 ingeslagen. Per sector zijn stappen in de goede richting afgesproken.

Terug naar 2020

Rol van de provincie

De klimaatopgave is een van de belangrijkste opgaven in Nederland en daarmee ook in onze provincie. Als provinciale overheid hebben we weinig wettelijke taken en bevoegdheden op het gebied van energie en klimaat. We hebben echter wel invloed en we hebben ons verbonden aan de nationale doelstellingen. Deze doelstellingen moeten behaald worden door en samen met andere partijen. Wij zien het als onze rol om de klimaatdoelen in ons gehele beleid en handelen door te voeren. Met de Klimaatagenda nodigen we onze partners uit om samen met ons verder vorm te geven aan deze opgave.

Pijlers

Eerlijk verdelen
Het klimaatbeleid levert niet alleen lusten op, maar ook lasten. We zetten ons in om de lusten en lasten zo eerlijk mogelijk te verdelen.

Draagvlak
De klimaatopgave is een opgave van ons samen. We zoeken actief steun en acceptatie voor de richtingen en acties in ons klimaatbeleid.

Slim combineren
Behalve klimaatdoelstellingen hebben we veel andere doelstellingen. Daarom kiezen we waar mogelijk voor integrale oplossingen, met ruimtelijke kwaliteit en zorgvuldige inpassing

Economische ontwikkeling
Als we het slim aanpakken, kunnen we de klimaatdoelstellingen behalen en tegelijkertijd de economie versterken. We zetten in op het behoud van goed functionerende sectoren en het ontstaan van vervangende werkgelegenheid.

Samenwerking
Als provincie kunnen we dit niet alleen. De Klimaatagenda is een nadrukkelijke uitnodiging aan anderen om aan te sluiten.

Goede voorbeeld
We vragen niet alleen inzet van anderen. We vinden het belangrijk dat we zelf het goede voorbeeld geven.

De productie van duurzame elektriciteit vraagt letterlijk om ruimte. Windmolens en zonneparken zijn nadrukkelijk in ons landschap aanwezig. Bij de ruimtelijke vraagstukken voor duurzame-energieopwekking staan zorgvuldigheid en regionale samenwerking voorop.

ELEKTRICITEIT

Samen met de gemeenten en de waterschappen maken we een Regionale Energie Strategie voor de regio Groningen. Hierin staan afspraken over hoe we de doelen voor de duurzame-energieproductie willen gaan bereiken.

Opgave in provincie Groningen

Onze inzet

Eerlijk verdelen
Duurzame-energieproductie op land vraagt om zorgvuldig beleid. Bij de keuzes voor locaties maken we een afweging, waarbij we rekening houden met:

  • ruimtelijke, landschappelijke en ecologische inpassing;
  • de beschikbaarheid van netcapaciteit;
  • een gebalanceerde mix met zonne-energie, kleine én eventueel grote windmolens en eventueel andere vormen van duurzame-energieproductie;
  • participatie van bewoners.


Draagvlak
Zoals is afgesproken in het Klimaatakkoord, streven we ernaar dat bij nieuwe ontwikkelingen de helft van de productie van duurzame energie in eigendom is van de lokale omgeving (zowel bedrijven als inwoners).


Slim combineren
We zien grote kansen voor grootschalige windparken op zee ten noorden van de Wadden. Hier ligt een gebied dat voor de visserij minder interessant is. Het aanleggen van windparken kan hier gecombineerd worden met natuurherstel. Een deel van de hier opgewekte energie kan worden aangewend voor het vergroenen van de Noord-Nederlandse industrie. Dit verbetert de concurrentiepositie en heeft een positief effect op de werkgelegenheid, onder andere in de Eemshaven.


Economische ontwikkeling
Windparken op zee zijn essentieel voor de vergroening van de chemische sector in Groningen en het verduurzamen van de energieproductie in heel Nederland. Wij willen dat het Rijk versneld windparken ten noorden van de Wadden aanlegt. Op de lange termijn streven we naar meer dan 20 gigawatt aan windparken op de Noordzee ten noorden van Nederland. Een deel van de windenergie wordt omgezet in groene waterstof. Zo kan Groningen een cruciale rol spelen in het opstarten van de (inter)nationale waterstofeconomie. Dit zorgt voor het behoud van banen en nieuwe banen. Ook maken we ons sterk voor het koppelen van verschillende windparken op zee, om een internationaal energienet te vormen.


Samenwerking
In de Investeringsagenda Waterstof Noord-Nederland werken overheden en bedrijven aan de waterstofeconomie. Ze laten zien welke projecten op stapel staan, hoe deze met elkaar samenhangen en hoe de uitvoering gaat bijdragen aan vergroening van de industrie en aan de concurrentiepositie van Nederland.

  • Behalen van de taakstelling windenergie op land.
  • Realiseren van duurzame-energieproductie op eigen grond.
  • Doorontwikkelen van ruimtelijke inpassingsprincipes voor duurzame energieproductie.
  • Aanwijzen van locaties voor duurzame energie op land op verzoek van gemeenten.
  • Ontwikkelen van nieuwe beleidsinstrumenten voor draagvlak en eigenaarschap.
  • Ruimtelijk faciliteren van de ambitie uit de Regionale Energie Strategie.

WONINGEN EN GEBOUWEN

Voor het verwarmen van onze huizen en gebouwen maken we in Nederland nog veel gebruik van aardgas. Ook halen we nog veel energie uit bronnen die niet duurzaam zijn.

Opgave in provincie Groningen

In Nederland moeten de komende tien jaar in totaal 1,5 miljoen woningen overstappen op een duurzaam alternatief voor aardgas. Voor de provincie Groningen betekent dit dat er in 2030 circa 54.000 woningen van het aardgas af moeten zijn. Dat is 20 procent van de volledige woningvoorraad.

Onze inzet

Eerlijk verdelen
Woningeigenaren krijgen de vraag hun woning energiezuiniger te maken, bijvoorbeeld via isolatiemaatregelen. Deze investeringen zijn op termijn weer terug te verdienen. Maar wie geen spaargeld heeft of geen geld kan lenen, kan hier meestal niet aan meedoen. Daarom werken we aan mogelijkheden om huishoudens met een smalle portemonnee hierbij te helpen. Hierdoor kunnen ook zij de belangrijkste energiemaatregelen nemen en geld besparen.


Draagvlak
Voor de omslag naar duurzaam wonen zullen veel huizen anders verwarmd moeten worden, bijvoorbeeld met behulp van restwarmte of een warmtepomp. Dit vraagt ingrijpende aanpassingen, zoals het aanleggen van een warmtenet, het extra isoleren van woningen of het aanpassen van het verwarmingssysteem in huis. Gemeenten bekijken samen met bewoners welke oplossing het meest geschikt is voor de wijk en wat hiervoor nodig is. We ondersteunen gemeenten hierbij en zorgen ervoor dat er aandacht is voor zowel de sociale, de technische als de financiële aspecten.


Slim combineren
De industrie in de Eemshaven en in Delfzijl beschikt over grote hoeveelheden restwarmte. Deze restwarmte kan in principe worden ingezet voor de warmtevoorziening van de gebouwde omgeving. Hiervoor is het nodig om warmtetransportleidingen aan te leggen. We nemen deel aan het samenwerkingsverband ‘Warmtetransport Eemsdelta-Groningen’. Gezamenlijk onderzoeken we of zo’n netwerk haalbaar is en welke kansen dit biedt voor de regio.


Economische ontwikkeling
De verduurzaming van huizen is behoorlijk arbeidsintensief. Denk hierbij aan het isoleren van huizen, het plaatsen van zonnepanelen en het aanleggen van een warmtenet. Door hierin voorop te lopen in Nederland, kunnen we economische voorsprong opbouwen in de isolatie- en de installatiesector. Daarom investeren we in Groningen in goede opleidingen en het opleiden en behouden van vakmensen in deze sector.


Samenwerking
Het overstappen op alternatieven voor aardgas (warmtetransitie) en het verduurzamen van woningen en gebouwen is een enorme opgave. Gemeenten spelen hierin een centrale rol. Als provincie ondersteunen we de gemeenten hierin. Ook stimuleren we dat gemeenten met elkaar samenwerken. Ze kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van elkaars kennis en expertise, gezamenlijk deskundigen inhuren of aanvullende financiering aanvragen. We zetten hiervoor het ‘Warmtetransitie Centrum Groningen’ op. Dit centrum ondersteunt de gemeenten met expertise en menskracht. Het centrum bouwt zo veel mogelijk voort op al bestaande samenwerkingsverbanden.


Goede voorbeeld
Het Provinciehuis heeft grote veranderingen ondergaan, waardoor we alleen nog maar groene energie gebruiken, meer duurzame elektriciteit produceren en onze warmte duurzaam winnen. We verwarmen het Provinciehuis nu al zonder gebruik te maken van aardgas. Gezien de monumentale status en de binnenstedelijke ligging van het Provinciehuis is een volledig energieneutraal gebouw niet mogelijk. De restenergie wordt duurzaam (groen) ingekocht, waardoor we eind 2020 CO₂-neutraal zijn. Voor ons overige vastgoed hebben we een aanpak ontwikkeld om gebouwen te verduurzamen of ons anders te organiseren. Dit laatste doen we bijvoorbeeld door de zes steunpunten van de provinciale strooiwagens te vervangen door één nieuw, centraal gelegen en energieneutraal steunpunt.

  • Ondersteunen van gemeenten bij warmtetransitie.
  • Aanbieden van een sociaal krediet voor woningverduurzaming.
  • Beter benutten van landelijke regelingen.
  • Stimuleren gebruik van restwarmte uit de Eemsdelta.
  • Onderzoek doen naar risico’s en kansen van aardwarmte (geothermie).
  • Onderzoek doen naar het inzetten van hernieuwbaar gas.
  • Nieuw beleid maken voor biomassa.

INDUSTRIE

Veel bedrijven zijn grootgebruikers van energie en stoten relatief veel CO₂ uit. Vandaar dat zij een belangrijk aandeel moeten leveren in het terugdringen van de CO₂-uitstoot. De echt grote bedrijven vallen onder de regels van het Rijk, de kleinste bedrijven onder gemeenten. Daarop hebben we als provincie minder invloed. De middelgrote bedrijven stimuleren we om de uitstoot terug te brengen.

Opgave in provincie Groningen

Het doel van de provincie Groningen is om de CO₂-uitstoot van bedrijven in onze provincie in 2030 terug te brengen tot maximaal 2,06 megaton.

We willen de CO₂-uitstoot verminderen en de industrie vergroenen door onder andere:

  • het hergebruik van CO₂ als grondstof;
  • het besparen van energie;
  • het gebruiken van zo veel mogelijk duurzame energie;
  • het schoner produceren van energie;
  • het hergebruiken van warmte;
  • het elektrisch maken van (productie)processen;
  • het stimuleren van bedrijven die zich richten op duurzame energieproductie;

Onze inzet

Eerlijk verdelen

De grootste industriële bedrijven in onze provincie vallen onder de CO₂-heffing van het Rijk. Deze bedrijven kunnen we niet verplichten energie te besparen of de CO₂-uitstoot terug te dringen. Wel kunnen we deze bedrijven stimuleren. Bijvoorbeeld door mee te denken over alternatieve brandstoffen en het gebruik van groene grondstoffen, zoals groene waterstof.

De afgelopen tijd hebben we voor energiebesparing samen met de Omgevingsdienst Groningen de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving verbeterd. De komende jaren breiden we dit uit voor het terugdringen van de CO₂-uitstoot. We helpen bedrijven bij het maken van keuzes en het zoeken van een gunstige financiering, en kunnen ze in contact brengen met betrouwbare uitvoeringspartners.


Draagvlak
Verduurzamen vraagt weliswaar om investeringen, maar verbetert ook de innovatiekracht en daardoor de toekomstbestendigheid van bedrijven. Door hierop te wijzen, willen we het draagvlak bij bedrijven vergroten. Groningen Werkt Slim is een loket waar ondernemers terecht kunnen met vragen en voor advies. Ook is er een project dat ondernemers inzicht geeft in de mogelijkheden van zonnepanelen op het dak.


Slim combineren
Door het afbouwen van aardgas zal de vraag naar stroom enorm toenemen. We zullen slim gebruik moeten maken van de nieuwste technieken, van restwarmte en van nieuwe duurzame energiebronnen zoals groene waterstof. Ook is er natuurlijk minder duurzame energie nodig als er meer energie wordt bespaard. Daarnaast bekijken we of bedrijven slim (rest)stromen met elkaar kunnen uitwisselen. Het afvalproduct van de ene fabriek kan een grondstof zijn van de volgende. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan op bedrijvenpark Delfzijl.


Economische ontwikkeling
Groene waterstof heeft de toekomst. Het is een schone vorm van energie, die onder andere kan worden gebruikt als grondstof en als brandstof in de (chemische) industrie. In Noord-Nederland hebben bedrijven en overheden de krachten gebundeld om een groene-waterstofeconomie op gang te brengen. Hiervoor is een complete productieketen nodig, die bestaat uit windenergieparken op zee, waterstofproductie, levering, transport en opslag. Gezamenlijk proberen we hiervoor ondersteunend beleid en budget uit Den Haag en Brussel te verkrijgen.


Samenwerking
Veel van de grote industriële bedrijven in onze provincie zijn actief in de chemiesector. In deze sector is het samenwerkingsverband Chemport Europe opgezet. Hierin werken overheden (waaronder de provincies Groningen en Drenthe), kennisinstellingen en de industrieclusters Emmen en Delfzijl samen aan het vergroenen van de chemische industrie. Ook maken we energiehubs mogelijk op regionale industrieclusters, zoals rond Veendam.


Goede voorbeeld
In ons inkoop- en aanbestedingsbeleid speelt duurzaamheid een centrale rol. Op het gebied van circulair inkopen zoeken we actief naar nieuwe mogelijkheden. Nieuwe ontwikkelingen volgen we nauwlettend en passen we waar mogelijk toe.

LANDBOUW EN LANDGEBRUIK

In 2050 moet de landbouw en het landgebruik klimaatneutraal zijn. Dat is een ingewikkelde uitdaging, omdat een deel van de uitstoot van broeikasgassen niet te vermijden is. Daarbij komt dat landbouw een belangrijke economische sector in onze provincie is.

Opgave in provincie Groningen

Het doel is dat in 2030 in onze provincie de CO₂ - uitstoot van landbouw en landgebruik maximaal 0,82 megaton is. Dit doel zullen we samen met alle partijen in deze sector moeten behalen. We doen dit door:

  • de CO₂-opname  te vergroten;
  • meer CO₂ vast te houden (door het tegengaan van veenoxidatie);
  • het terugdringen van broeikasgassen zoals CO₂, methaan en stikstofoxiden.

Onze inzet

Eerlijk verdelen

De landbouw staat momenteel voor een groot aantal uitdagingen, zoals de klimaat- en de stikstofopgave. Wij vinden het belangrijk om de landbouw in Groningen te behouden en toekomstbestendig te maken. Boeren willen we ondersteunen om waar mogelijk de verschillende uitdagingen op een goede manier te combineren. Daarbij hoort voortdurende aandacht voor de vitaliteit van de sector en de individuele bedrijven.


Draagvlak
We vinden het belangrijk dat er draagvlak blijft voor de energietransitie bij de partijen die hierbij direct betrokken zijn, zoals terreinbeherende organisaties en agrariërs. Daarom werken we actief met hen samen. De klimaatmaatregelen vragen enerzijds om uitbreidingen (bijvoorbeeld het aanplanten van bos) en anderzijds om beperkingen (bijvoorbeeld grond benutten voor zonneparken en andere manieren van vee houden). We werken samen om ook de transitie in de landbouw te doorlopen en hiervoor draagvlak te houden bij betrokkenen, stakeholders en het brede publiek.


Slim combineren
Het klinkt misschien gek voor wie gewend is aan het uitzicht over het Hogeland, maar de ruimte in onze provincie is beperkt. Allerlei opgaven vragen om ruimte. Niet alleen de opgaven uit het Klimaatakkoord, maar ook onder andere klimaatadaptatie, het vergroten van de biodiversiteit en het verduurzamen van de landbouw. Dit vraagt om een gebiedsgerichte aanpak, met oog voor het combineren van kansen. Zo kan er een goede balans ontstaan tussen economie en ecologie. Om alle functies op de juiste plek te laten landen, willen we een grondstrategie opstellen.


Economische ontwikkeling
Wij zien graag dat de landbouwsector zich blijft innoveren. Daarom willen we de sector stimuleren en ondersteunen bij de transitie naar een duurzame, natuurinclusieve landbouw. We streven naar een landbouw die economisch rendabel is en daarnaast:

  • voldoende en gezond voedsel voortbrengt;
  • grondgebonden en circulair is;
  • bijdraagt aan herstel van de biodiversiteit en de kwaliteit van het landschap.


Samenwerking
We werken op heel veel vlakken samen met grondgebruikers zoals agrariërs. Bijvoorbeeld bij veenoxidatie. Als het peil van het grondwater of het oppervlaktewater daalt, kan veengrond gaan oxideren. Hierbij komt CO₂ vrij. Om dit te voorkomen, stellen we een programma op voor de veengebieden, samen met grondgebruikers, maatschappelijke organisaties, bewoners en medeoverheden. We brengen in kaart waar de veenpakketten het grootst zijn en waar de meeste veenoxidatie en bodemdaling te verwachten is. In deze gebieden kijken we naar de gevolgen van de veenoxidatie en onderzoeken we wat in de toekomst een passende vorm van landgebruik is.


Goede voorbeeld
Als provincie zijn we zelf grondeigenaar. We gebruiken deze gronden voor maatregelen die bijdragen aan het terugdringen van broeikasgassen. Bijvoorbeeld door bomen aan te planten of gronden te gebruiken voor het produceren van duurzame energie. Ons streven is om de komende drie decennia jaarlijks circa 70 ha aan bomen aan te planten. Daarnaast zijn er concrete plannen voor hernieuwbare productie (zonne-energie) op vier locaties die in ons eigendom zijn.

    • Ontwikkelen van natuurinclusieve landbouw.
    • Doorontwikkelen van biologische landbouw.
    • Sluiten van nutriëntenkringlopen, onder andere door samenwerking tussen akkerbouwers en veehouders.
    • Verder verduurzamen van de (intensieve) veehouderij (ook in het kader van stikstof).
    • Duurzaam beheer van de bodem.
    • Groei van areaal bos en hout met 1 procent per jaar.
    • Productie van duurzame energie.
    • Ondersteuning innovatieve projecten.

MOBILITEIT

Ook bij het verbeteren van de mobiliteit is duurzaamheid ons uitgangspunt. Lopen en fietsen staan op de eerste plek in ons beleid. Deze vervoersvormen zijn niet alleen gunstig voor de CO₂-vermindering, maar ook nog eens gezond voor lichaam en geest.

Opgave in provincie Groningen 

Onze doelen zijn:

  • alle bussen zijn in 2030 emissieloos (aan de uitlaat);
  • vervoer over regionaal spoor is in 2035 emissieloos;
  • mobiliteit in bredere zin wordt te zijner tijd emissieloos en steeds autonomer (zelfrijdend).

Onze inzet

Eerlijk verdelen

Mobiliteit kan efficiënter, duurzamer en ook goedkoper worden als we niet allemaal op hetzelfde moment hetzelfde vervoersmiddel kiezen. Samen met Groningen Bereikbaar en onder andere het OV-bureau Groningen Drenthe zetten we in op gedragsverandering. Met bedrijven, instellingen en scholen maken we afspraken over bijvoorbeeld het tijdstip en de wijze van reizen.


Draagvlak
Met partijen in de regio werken wij aan een regionaal mobiliteitsplan, met daarin ons mobiliteitsbeleid op hoofdlijnen en de afspraken uit het Klimaatakkoord. Het Regionaal Mobiliteitsplan wordt de ‘kapstok’ waaraan verschillende mobiliteitsprogramma’s komen te hangen die samen een integrale mobiliteitsvisie vormen. Het gaat daarbij onder andere om het openbaar vervoer, autonoom vervoer, de wegenvisie, verkeersveiligheid, goederenvervoer, vaarwegen, beheer en onderhoud, de fiets, ketenmobiliteit en hubs.


Slim combineren
Hubs zijn overstappunten waar verschillende vervoersvormen bij elkaar komen, zoals bus, trein, auto en/of fiets. Vanuit elke plek in de provincie is er altijd een hub dichtbij. We investeren op de hubs bijvoorbeeld in parkeervoorzieningen voor de fiets en oplaadpunten voor elektrische mobiliteit. De komende jaren onderzoeken we of de hubs ook als centraal punt kunnen dienen binnen de logistiek en het afleveren van goederen, waardoor deze sector duurzamer wordt. Dit draagt bij aan emissieloze steden en kernen.


Economische ontwikkeling
Wij zijn in maart 2020 gestart met een pilot voor een waterstoftrein. Hiermee ondersteunen we het tot stand komen van de groene waterstofeconomie.


Samenwerking
Het afgelopen jaar is in onze provincie het hive.mobility netwerk opgezet. Binnen dit netwerk werken we samen met (regionale) onderwijsinstellingen, bedrijven en verschillende overheden. Het netwerk helpt ons om kennis en ervaring over mobiliteit te vergroten en innovatieve oplossingen toe te passen. Ook leren we van pilots als het ombouwen van vervoersmiddelen op waterstof. Als vervolgstap kunnen deze kennis en ervaring worden uitgewisseld met de rest van het land en het buitenland.


Goede voorbeeld
In ons eigen wagenpark willen we het goede voorbeeld geven. Vanaf 2020 zijn alle nieuwe voertuigen die we aanschaffen emissieloos, tenzij het niet anders kan. In 2026 is in ieder geval 80 procent van het provinciaal wagenpark emissieloos. Het gaat hierbij zowel om personenauto’s als bestelbusjes. Uiterlijk in 2030 is ons gehele eigen wagenpark emissieloos.

Als provincie hebben we zelf invloed op de aanleg, het beheer en het onderhoud van provinciale infrastructuur, zoals wegen en waterwegen. Onze ambitie is dat al onze infrastructuur op termijn CO₂-neutraal en circulair wordt aangelegd, beheerd en onderhouden. Daarom stellen we bij nieuwe projecten hoge eisen aan duurzaamheid. Ook in het beheer en onderhoud van de bestaande infrastructuur zetten wij grote stappen. Bijvoorbeeld via duurzame en innovatieve toepassingen, zoals lagetemperatuurasfalt en het hergebruiken van materialen.

Klimaatagenda 2030

In de provincie Groningen zetten we ons in om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Daarmee leveren we een bijdrage aan het Nationaal Klimaatakkoord. Tegelijk biedt dat kansen voor onze leefomgeving, onze economie en de manier waarop we onze provincie inrichten. Hoe we dat aanpakken, hebben we beschreven in de beleidsnotitie Klimaatagenda Groningen 2030. Deze publicatie is een verkorte versie hiervan.

Onze economie draait op energie: onze huizen worden grotendeels verwarmd met aardgas, onze computers gebruiken elektriciteit en ons eten wordt met zwaar transport naar de winkels gebracht. Op dit moment stoten we daarmee nog veel CO₂ uit. En dat kan anders! De technieken zijn er al, het vereist alleen een behoorlijke maatschappelijke organisatie om dat voor elkaar te krijgen.

Ik ben ervan overtuigd dat we met onze praktische en innovatieve instelling in Groningen samen smoel én uitvoering kunnen geven aan het Klimaatakkoord!

Nienke Homan

Gedeputeerde Energietransitie, Klimaat, Water en Nationaal Programma Groningen

De Klimaatagenda Groningen is de uitwerking voor Groningen van Europese en nationale klimaatdoelstellingen. Deze doelstellingen zijn gericht op het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. De Klimaatagenda geeft een overzicht van wat wij als provincie Groningen doen om de doelen te behalen en wat en wie we daarvoor nodig hebben. Daarmee is deze Klimaatagenda de Groningse bouwsteen van het Nationaal Klimaatakkoord.

Klimaatagenda Groningen

Mobiliteit

Industrie

Landbouw en landgebruik

Woningen en gebouwen

Eerst geven we in de volgende twee hoofdstukken inzicht in het Nationaal Klimaatakkoord en onze visie.

Elektriciteit

Onze Klimaatagenda telt vijf thema’s:

 KLIMAATAKKOORD

De aarde warmt op. Uit metingen op allerlei plekken in de wereld blijkt dat de temperatuur op aarde stijgt. Dat heeft grote gevolgen voor bijvoorbeeld planten en dieren, maar ook voor onze eigen leefbaarheid en veiligheid. Het Nationaal Klimaatakkoord is de Nederlandse bijdrage om de klimaatverandering tegen te gaan.

Steeds meer signalen wijzen erop dat de mens zelf een grote rol speelt bij het veroorzaken van klimaatverandering. Zo stoten we door ons energiegebruik veel CO₂ uit. Daarom heeft de Nederlandse overheid als doel gesteld om in 2030 49 procent minder CO₂ uit te stoten dan in 1990.

Het Klimaatakkoord is een pakket aan maatregelen om deze doelstelling te bereiken, verdeeld over vijf thema's en overlegtafels. Het Klimaatakkoord is tot stand gekomen in overleg met en heeft de actieve steun van een groot aantal organisaties. Zo is de overheid verzekerd van een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak.

In het Klimaatakkoord zijn verder afspraken gemaakt over het inzetten van duurzame brandstoffen zoals waterstof, over elektrisch vervoer, over anders reizen, over verduurzaming van de logistiek en over verduurzaming van personenmobiliteit. Van provincies en gemeenten wordt verwacht dat ze elektrisch rijden stimuleren, alternatieve brandstoffen inzetten, zero-emissiezones instellen in stedelijk gebied, het regionaal openbaar vervoer verduurzamen en zuinige autobanden stimuleren. Veel nadruk ligt op de fiets.

Het Klimaatakkoord streeft naar ‘zorgeloze mobiliteit’ voor iedereen, zonder emissies. De focus ligt op bereikbaarheid en toegankelijkheid. Iedereen moet betaalbaar, veilig, comfortabel, makkelijk én gezond kunnen reizen. Deze ‘zorgeloze mobiliteit’ vraagt om een samenhangende aanpak, waarin alle vervoersvormen en de infrastructuur zo goed mogelijk worden benut.

Mobiliteit

Aan de andere kant: de sector legt ook CO₂ vast: in de bomen, de bodem, gewassen en gras. Dat helpt mee aan het terugdringen van de CO₂. De ambitie van de sector is om in 2050 de onvermijdelijke uitstoot van broeikasgassen in balans te brengen met het vastleggen van broeikasgassen en de productie van hernieuwbare energie én biomassa. 

Voor 2030 moeten landbouw en landgebruik zorgen voor een aanvullende afname van 3,5 megaton CO₂ in 2030.

In 2050 moeten landbouw en landgebruik klimaatneutraal zijn. Dat is een ingewikkelde uitdaging, omdat een deel van de uitstoot van broeikasgassen niet te vermijden is. Koeien produceren methaan en uit kunstmest komt lachgas vrij, beide zijn broeikasgassen. 

Landbouw en landgebruik

Bedrijven kunnen de uitstoot beperken door te investeren in schonere technieken en door energie te besparen. Vanuit het Klimaatakkoord komen hier subsidies voor. Daarnaast komen er strengere eisen aan de uitstoot van schadelijke stoffen. En voor wat ze nog uitstoten, moeten de bedrijven meer gaan betalen.

In 2030 moet de industrie in Nederland de uitstoot van CO₂ met maar liefst 14,3 megaton hebben verlaagd. Deze opgave is enorm groot, ook in vergelijking met de andere sectoren. Het aandeel van de industrie is (relatief) groter omdat het terugdringen van de uitstoot relatief minder geld kost.

Industrie

Vanaf 2021 moeten jaarlijks 50.000 woningen ‘van het gas’ worden gehaald. De gemeenten moeten hiervoor een plan opstellen (Transitievisie Warmte). Het tempo voor 2030 moet worden opgeschroefd tot 200.000 woningen per jaar.

Warmtetransitie
In Nederland worden de meeste huizen nog verwarmd met aardgas. Om het klimaatdoel te halen, moeten woningen en gebouwen op een andere manier worden verwarmd. Het overstappen op alternatieven voor aardgas wordt de ‘warmtetransitie’ genoemd.

In 2050 moet de gehele gebouwde omgeving zijn verduurzaamd. Dat betekent dat woningen en gebouwen goed geïsoleerd moeten zijn, duurzaam verwarmd moeten worden en gebruik moeten maken van schone elektriciteit, of deze zelfs produceren.

Woningen en gebouwen

Dertig regio’s in Nederland moeten er gezamenlijk voor zorgen dat in 2030 jaarlijks minimaal 35 terawattuur (TWh) duurzame elektriciteit op land wordt opgewekt. De regio’s overleggen met elkaar over de verdeling van deze opgave. Ten minste de helft van de duurzame energie moet worden opgewekt in een vorm waarbij inwoners participeren.

Elektriciteit

Wat willen we in Groningen bereiken met deze Klimaatagenda? Om dat zichtbaar te maken, maken we een uitstapje naar 2050.

 GRONINGER AANPAK

De landbouw heeft veel minder impact op de natuur dan ten tijde van de stikstofcrisis, nu alweer dertig jaar geleden. Door vroegtijdig in te spelen op aanpassingen van de Europese landbouwregels en door slim te combineren, loopt de landbouw nu juist voorop. Onze provincie is ook letterlijk groener geworden, door het aanleggen van bos en hout. Openbaar vervoer rijdt elektrisch of op waterstof. En de auto's? Tja, alleen de laatste auto's uit de jaren 30 hebben nog een tijdje een ontheffing om op dure benzine of diesel te rijden.

De energietransitie kan rekenen op draagvlak bij de inwoners en bedrijven in Groningen. Zij hebben na de gaswinning ervaren dat verduurzaming nieuw perspectief voor Groningen biedt. Zo is er nieuwe (vervangende) werkgelegenheid gecreëerd. En er is rekening gehouden met de wensen van inwoners en bedrijven bij de inpassing van duurzame energie in de provincie. Inwoners en bedrijven zijn de trotse eigenaren van 100 procent Groningse duurzame energie.

In 2050 is het ons gelukt een heel groot deel van de huizen, het verkeer en de industrie te verduurzamen. We maken gebruik van energie uit wind, zon, duurzame (rest)warmte en waterstof.

In 2050 is het al een tijdje geleden dat we in Groningen de groene waterstofeconomie echt aan de praat kregen. Dat is vooral te danken aan de windparken op zee, die inmiddels meer dan 20 gigawatt (GW) energie leveren. De overgebleven energiecentrales zijn overgeschakeld op groene brandstoffen. De energie transporteren we in de vorm van waterstof naar andere delen van Nederland en buurlanden. Het overschot slaan we op, deels ondergronds. Op momenten dat er weinig wind- en zonne-energie beschikbaar is, kunnen we deze opgeslagen waterstof omzetten in elektrische energie.

Sinds tien jaar meren enorme groene tankers in de Eemshaven aan met groene waterstof. Waterstof wordt in Groningen geproduceerd en met Groningse kennis, technologie en infrastructuur verspreid over een groot deel van Europa. Door de groei van de waterstofeconomie en kennis en innovatie hebben veel bedrijven uit de energiesector zich in Groningen gevestigd. Resultaat: duizenden extra banen op het gebied van energietransitie en klimaat.

In 2050…

Terug naar 2020

Het wensbeeld voor 2050 leert ons dat we met alle partijen moeten samenwerken. De Groningse Klimaatagenda levert zeker een relevante bijdrage aan de energietransitie, maar de bouwstenen van andere partijen zijn minstens zo belangrijk.

Met het Nationaal Klimaatakkoord is de weg naar 2050 ingeslagen. Per sector zijn stappen in de goede richting afgesproken.

Rol van de provincie

De klimaatopgave is een van de belangrijkste opgaven in Nederland en daarmee ook in onze provincie. Als provinciale overheid hebben we weinig wettelijke taken en bevoegdheden op het gebied van energie en klimaat. We hebben echter wel invloed en we hebben ons verbonden aan de nationale doelstellingen. Deze doelstellingen moeten behaald worden door en samen met andere partijen. Wij zien het als onze rol om de klimaatdoelen in ons gehele beleid en handelen door te voeren. Met de Klimaatagenda nodigen we onze partners uit om samen met ons verder vorm te geven aan deze opgave.

Pijlers

Eerlijk verdelen
Het klimaatbeleid levert niet alleen lusten op, maar ook lasten. We zetten ons in om de lusten en lasten zo eerlijk mogelijk te verdelen.

Draagvlak
De klimaatopgave is een opgave van ons samen. We zoeken actief steun en acceptatie voor de richtingen en acties in ons klimaatbeleid.

Slim combineren
Behalve klimaatdoelstellingen hebben we veel andere doelstellingen. Daarom kiezen we waar mogelijk voor integrale oplossingen, met ruimtelijke kwaliteit en zorgvuldige inpassing

Economische ontwikkeling
Als we het slim aanpakken, kunnen we de klimaatdoelstellingen behalen en tegelijkertijd de economie versterken. We zetten in op het behoud van goed functionerende sectoren en het ontstaan van vervangende werkgelegenheid.

Samenwerking
Als provincie kunnen we dit niet alleen. De Klimaatagenda is een nadrukkelijke uitnodiging aan anderen om aan te sluiten.

Goede voorbeeld
We vragen niet alleen inzet van anderen. We vinden het belangrijk dat we zelf het goede voorbeeld geven.

De productie van duurzame elektriciteit vraagt letterlijk om ruimte. Windmolens en zonneparken zijn nadrukkelijk in ons landschap aanwezig. Bij de ruimtelijke vraagstukken voor duurzame-energieopwekking staan zorgvuldigheid en regionale samenwerking voorop.

ELEKTRICITEIT

Samen met de gemeenten en de waterschappen maken we een Regionale Energie Strategie voor de regio Groningen. Hierin staan afspraken over hoe we de doelen voor de duurzame-energieproductie willen gaan bereiken.

Opgave in provincie Groningen

Eerlijk verdelen
Duurzame-energieproductie op land vraagt om zorgvuldig beleid. Bij de keuzes voor locaties maken we een afweging, waarbij we rekening houden met:

  • ruimtelijke, landschappelijke en ecologische inpassing;
  • de beschikbaarheid van netcapaciteit;
  • een gebalanceerde mix met zonne-energie, kleine én eventueel grote windmolens en eventueel andere vormen van duurzame-energieproductie;
  • participatie van bewoners.


Draagvlak
Zoals is afgesproken in het Klimaatakkoord, streven we ernaar dat bij nieuwe ontwikkelingen de helft van de productie van duurzame energie in eigendom is van de lokale omgeving (zowel bedrijven als inwoners).


Slim combineren
We zien grote kansen voor grootschalige windparken op zee ten noorden van de Wadden. Hier ligt een gebied dat voor de visserij minder interessant is. Het aanleggen van windparken kan hier gecombineerd worden met natuurherstel. Een deel van de hier opgewekte energie kan worden aangewend voor het vergroenen van de Noord-Nederlandse industrie. Dit verbetert de concurrentiepositie en heeft een positief effect op de werkgelegenheid, onder andere in de Eemshaven.


Economische ontwikkeling
Windparken op zee zijn essentieel voor de vergroening van de chemische sector in Groningen en het verduurzamen van de energieproductie in heel Nederland. Wij willen dat het Rijk versneld windparken ten noorden van de Wadden aanlegt. Op de lange termijn streven we naar meer dan 20 gigawatt aan windparken op de Noordzee ten noorden van Nederland. Een deel van de windenergie wordt omgezet in groene waterstof. Zo kan Groningen een cruciale rol spelen in het opstarten van de (inter)nationale waterstofeconomie. Dit zorgt voor het behoud van banen en nieuwe banen. Ook maken we ons sterk voor het koppelen van verschillende windparken op zee, om een internationaal energienet te vormen.


Samenwerking
In de Investeringsagenda Waterstof Noord-Nederland werken overheden en bedrijven aan de waterstofeconomie. Ze laten zien welke projecten op stapel staan, hoe deze met elkaar samenhangen en hoe de uitvoering gaat bijdragen aan vergroening van de industrie en aan de concurrentiepositie van Nederland.

Onze inzet

  • Behalen van de taakstelling windenergie op land.
  • Realiseren van duurzame-energieproductie op eigen grond.
  • Doorontwikkelen van ruimtelijke inpassingsprincipes voor duurzame energieproductie.
  • Aanwijzen van locaties voor duurzame energie op land op verzoek van gemeenten.
  • Ontwikkelen van nieuwe beleidsinstrumenten voor draagvlak en eigenaarschap.
  • Ruimtelijk faciliteren van de ambitie uit de Regionale Energie Strategie.

Voor het verwarmen van onze huizen en gebouwen maken we in Nederland nog veel gebruik van aardgas. Ook halen we nog veel energie uit bronnen die niet duurzaam zijn.

WONINGEN EN GEBOUWEN

In Nederland moeten de komende tien jaar in totaal 1,5 miljoen woningen overstappen op een duurzaam alternatief voor aardgas. Voor de provincie Groningen betekent dit dat er in 2030 circa 54.000 woningen van het aardgas af moeten zijn. Dat is 20 procent van de volledige woningvoorraad.

Opgave in provincie Groningen

Eerlijk verdelen
Woningeigenaren krijgen de vraag hun woning energiezuiniger te maken, bijvoorbeeld via isolatiemaatregelen. Deze investeringen zijn op termijn weer terug te verdienen. Maar wie geen spaargeld heeft of geen geld kan lenen, kan hier meestal niet aan meedoen. Daarom werken we aan mogelijkheden om huishoudens met een smalle portemonnee hierbij te helpen. Hierdoor kunnen ook zij de belangrijkste energiemaatregelen nemen en geld besparen.


Draagvlak
Voor de omslag naar duurzaam wonen zullen veel huizen anders verwarmd moeten worden, bijvoorbeeld met behulp van restwarmte of een warmtepomp. Dit vraagt ingrijpende aanpassingen, zoals het aanleggen van een warmtenet, het extra isoleren van woningen of het aanpassen van het verwarmingssysteem in huis. Gemeenten bekijken samen met bewoners welke oplossing het meest geschikt is voor de wijk en wat hiervoor nodig is. We ondersteunen gemeenten hierbij en zorgen ervoor dat er aandacht is voor zowel de sociale, de technische als de financiële aspecten.


Slim combineren
De industrie in de Eemshaven en in Delfzijl beschikt over grote hoeveelheden restwarmte. Deze restwarmte kan in principe worden ingezet voor de warmtevoorziening van de gebouwde omgeving. Hiervoor is het nodig om warmtetransportleidingen aan te leggen. We nemen deel aan het samenwerkingsverband ‘Warmtetransport Eemsdelta-Groningen’. Gezamenlijk onderzoeken we of zo’n netwerk haalbaar is en welke kansen dit biedt voor de regio.


Economische ontwikkeling
De verduurzaming van huizen is behoorlijk arbeidsintensief. Denk hierbij aan het isoleren van huizen, het plaatsen van zonnepanelen en het aanleggen van een warmtenet. Door hierin voorop te lopen in Nederland, kunnen we economische voorsprong opbouwen in de isolatie- en de installatiesector. Daarom investeren we in Groningen in goede opleidingen en het opleiden en behouden van vakmensen in deze sector.


Samenwerking
Het overstappen op alternatieven voor aardgas (warmtetransitie) en het verduurzamen van woningen en gebouwen is een enorme opgave. Gemeenten spelen hierin een centrale rol. Als provincie ondersteunen we de gemeenten hierin. Ook stimuleren we dat gemeenten met elkaar samenwerken. Ze kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van elkaars kennis en expertise, gezamenlijk deskundigen inhuren of aanvullende financiering aanvragen. We zetten hiervoor het ‘Warmtetransitie Centrum Groningen’ op. Dit centrum ondersteunt de gemeenten met expertise en menskracht. Het centrum bouwt zo veel mogelijk voort op al bestaande samenwerkingsverbanden.


Goede voorbeeld
Het Provinciehuis heeft grote veranderingen ondergaan, waardoor we alleen nog maar groene energie gebruiken, meer duurzame elektriciteit produceren en onze warmte duurzaam winnen. We verwarmen het Provinciehuis nu al zonder gebruik te maken van aardgas. Gezien de monumentale status en de binnenstedelijke ligging van het Provinciehuis is een volledig energieneutraal gebouw niet mogelijk. De restenergie wordt duurzaam (groen) ingekocht, waardoor we eind 2020 CO₂-neutraal zijn. Voor ons overige vastgoed hebben we een aanpak ontwikkeld om gebouwen te verduurzamen of ons anders te organiseren. Dit laatste doen we bijvoorbeeld door de zes steunpunten van de provinciale strooiwagens te vervangen door één nieuw, centraal gelegen en energieneutraal steunpunt.

Onze inzet

  • Ondersteunen van gemeenten bij warmtetransitie.
  • Aanbieden van een sociaal krediet voor woningverduurzaming.
  • Beter benutten van landelijke regelingen.
  • Stimuleren gebruik van restwarmte uit de Eemsdelta.
  • Onderzoek doen naar risico’s en kansen van aardwarmte (geothermie).
  • Onderzoek doen naar het inzetten van hernieuwbaar gas.
  • Nieuw beleid maken voor biomassa.

Veel bedrijven zijn grootgebruikers van energie en stoten relatief veel CO₂ uit. Vandaar dat zij een belangrijk aandeel moeten leveren in het terugdringen van de CO₂-uitstoot. De echt grote bedrijven vallen onder de regels van het Rijk, de kleinste bedrijven onder gemeenten. Daarop hebben we als provincie minder invloed. De middelgrote bedrijven stimuleren we om de uitstoot terug te brengen.

INDUSTRIE

Het doel van de provincie Groningen is om de CO₂-uitstoot van bedrijven in onze provincie in 2030 terug te brengen tot maximaal 2,06 megaton.

We willen de CO₂-uitstoot verminderen en de industrie vergroenen door onder andere:

  • het hergebruik van CO₂ als grondstof;
  • het besparen van energie;
  • het gebruiken van zo veel mogelijk duurzame energie;
  • het schoner produceren van energie;
  • het hergebruiken van warmte;
  • het elektrisch maken van (productie)processen;
  • het stimuleren van bedrijven die zich richten op duurzame energieproductie;

Opgave in provincie Groningen

Eerlijk verdelen

De grootste industriële bedrijven in onze provincie vallen onder de CO₂-heffing van het Rijk. Deze bedrijven kunnen we niet verplichten energie te besparen of de CO₂-uitstoot terug te dringen. Wel kunnen we deze bedrijven stimuleren. Bijvoorbeeld door mee te denken over alternatieve brandstoffen en het gebruik van groene grondstoffen, zoals groene waterstof.

De afgelopen tijd hebben we voor energiebesparing samen met de Omgevingsdienst Groningen de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving verbeterd. De komende jaren breiden we dit uit voor het terugdringen van de CO₂-uitstoot. We helpen bedrijven bij het maken van keuzes en het zoeken van een gunstige financiering, en kunnen ze in contact brengen met betrouwbare uitvoeringspartners.


Draagvlak
Verduurzamen vraagt weliswaar om investeringen, maar verbetert ook de innovatiekracht en daardoor de toekomstbestendigheid van bedrijven. Door hierop te wijzen, willen we het draagvlak bij bedrijven vergroten. Groningen Werkt Slim is een loket waar ondernemers terecht kunnen met vragen en voor advies. Ook is er een project dat ondernemers inzicht geeft in de mogelijkheden van zonnepanelen op het dak.


Slim combineren
Door het afbouwen van aardgas zal de vraag naar stroom enorm toenemen. We zullen slim gebruik moeten maken van de nieuwste technieken, van restwarmte en van nieuwe duurzame energiebronnen zoals groene waterstof. Ook is er natuurlijk minder duurzame energie nodig als er meer energie wordt bespaard. Daarnaast bekijken we of bedrijven slim (rest)stromen met elkaar kunnen uitwisselen. Het afvalproduct van de ene fabriek kan een grondstof zijn van de volgende. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan op bedrijvenpark Delfzijl.


Economische ontwikkeling
Groene waterstof heeft de toekomst. Het is een schone vorm van energie, die onder andere kan worden gebruikt als grondstof en als brandstof in de (chemische) industrie. In Noord-Nederland hebben bedrijven en overheden de krachten gebundeld om een groene-waterstofeconomie op gang te brengen. Hiervoor is een complete productieketen nodig, die bestaat uit windenergieparken op zee, waterstofproductie, levering, transport en opslag. Gezamenlijk proberen we hiervoor ondersteunend beleid en budget uit Den Haag en Brussel te verkrijgen.


Samenwerking
Veel van de grote industriële bedrijven in onze provincie zijn actief in de chemiesector. In deze sector is het samenwerkingsverband Chemport Europe opgezet. Hierin werken overheden (waaronder de provincies Groningen en Drenthe), kennisinstellingen en de industrieclusters Emmen en Delfzijl samen aan het vergroenen van de chemische industrie. Ook maken we energiehubs mogelijk op regionale industrieclusters, zoals rond Veendam.


Goede voorbeeld
In ons inkoop- en aanbestedingsbeleid speelt duurzaamheid een centrale rol. Op het gebied van circulair inkopen zoeken we actief naar nieuwe mogelijkheden. Nieuwe ontwikkelingen volgen we nauwlettend en passen we waar mogelijk toe.

Onze inzet

In 2050 moet de landbouw en het landgebruik klimaatneutraal zijn. Dat is een ingewikkelde uitdaging, omdat een deel van de uitstoot van broeikasgassen niet te vermijden is. Daarbij komt dat landbouw een belangrijke economische sector in onze provincie is.

LANDBOUW EN LANDGEBRUIK

Het doel is dat in 2030 in onze provincie de CO₂ - uitstoot van landbouw en landgebruik maximaal 0,82 megaton is. Dit doel zullen we samen met alle partijen in deze sector moeten behalen. We doen dit door:

  • de CO₂-opname  te vergroten;
  • meer CO₂ vast te houden (door het tegengaan van veenoxidatie);
  • het terugdringen van broeikasgassen zoals CO₂, methaan en stikstofoxiden.

Opgave in provincie Groningen

Eerlijk verdelen

De landbouw staat momenteel voor een groot aantal uitdagingen, zoals de klimaat- en de stikstofopgave. Wij vinden het belangrijk om de landbouw in Groningen te behouden en toekomstbestendig te maken. Boeren willen we ondersteunen om waar mogelijk de verschillende uitdagingen op een goede manier te combineren. Daarbij hoort voortdurende aandacht voor de vitaliteit van de sector en de individuele bedrijven.


Draagvlak
We vinden het belangrijk dat er draagvlak blijft voor de energietransitie bij de partijen die hierbij direct betrokken zijn, zoals terreinbeherende organisaties en agrariërs. Daarom werken we actief met hen samen. De klimaatmaatregelen vragen enerzijds om uitbreidingen (bijvoorbeeld het aanplanten van bos) en anderzijds om beperkingen (bijvoorbeeld grond benutten voor zonneparken en andere manieren van vee houden). We werken samen om ook de transitie in de landbouw te doorlopen en hiervoor draagvlak te houden bij betrokkenen, stakeholders en het brede publiek.


Slim combineren
Het klinkt misschien gek voor wie gewend is aan het uitzicht over het Hogeland, maar de ruimte in onze provincie is beperkt. Allerlei opgaven vragen om ruimte. Niet alleen de opgaven uit het Klimaatakkoord, maar ook onder andere klimaatadaptatie, het vergroten van de biodiversiteit en het verduurzamen van de landbouw. Dit vraagt om een gebiedsgerichte aanpak, met oog voor het combineren van kansen. Zo kan er een goede balans ontstaan tussen economie en ecologie. Om alle functies op de juiste plek te laten landen, willen we een grondstrategie opstellen.


Economische ontwikkeling
Wij zien graag dat de landbouwsector zich blijft innoveren. Daarom willen we de sector stimuleren en ondersteunen bij de transitie naar een duurzame, natuurinclusieve landbouw. We streven naar een landbouw die economisch rendabel is en daarnaast:

  • voldoende en gezond voedsel voortbrengt;
  • grondgebonden en circulair is;
  • bijdraagt aan herstel van de biodiversiteit en de kwaliteit van het landschap.


Samenwerking
We werken op heel veel vlakken samen met grondgebruikers zoals agrariërs. Bijvoorbeeld bij veenoxidatie. Als het peil van het grondwater of het oppervlaktewater daalt, kan veengrond gaan oxideren. Hierbij komt CO₂ vrij. Om dit te voorkomen, stellen we een programma op voor de veengebieden, samen met grondgebruikers, maatschappelijke organisaties, bewoners en medeoverheden. We brengen in kaart waar de veenpakketten het grootst zijn en waar de meeste veenoxidatie en bodemdaling te verwachten is. In deze gebieden kijken we naar de gevolgen van de veenoxidatie en onderzoeken we wat in de toekomst een passende vorm van landgebruik is.


Goede voorbeeld
Als provincie zijn we zelf grondeigenaar. We gebruiken deze gronden voor maatregelen die bijdragen aan het terugdringen van broeikasgassen. Bijvoorbeeld door bomen aan te planten of gronden te gebruiken voor het produceren van duurzame energie. Ons streven is om de komende drie decennia jaarlijks circa 70 ha aan bomen aan te planten. Daarnaast zijn er concrete plannen voor hernieuwbare productie (zonne-energie) op vier locaties die in ons eigendom zijn.

Onze inzet

    • Ontwikkelen van natuurinclusieve landbouw.
    • Doorontwikkelen van biologische landbouw.
    • Sluiten van nutriëntenkringlopen, onder andere door samenwerking tussen akkerbouwers en veehouders.
    • Verder verduurzamen van de (intensieve) veehouderij (ook in het kader van stikstof).
    • Duurzaam beheer van de bodem.
    • Groei van areaal bos en hout met 1 procent per jaar.
    • Productie van duurzame energie.
    • Ondersteuning innovatieve projecten.

MOBILITEIT

Ook bij het verbeteren van de mobiliteit is duurzaamheid ons uitgangspunt. Lopen en fietsen staan op de eerste plek in ons beleid. Deze vervoersvormen zijn niet alleen gunstig voor de CO₂-vermindering, maar ook nog eens gezond voor lichaam en geest.

Opgave in provincie Groningen 

Onze doelen zijn:

  • alle bussen zijn in 2030 emissieloos (aan de uitlaat);
  • vervoer over regionaal spoor is in 2035 emissieloos;
  • mobiliteit in bredere zin wordt te zijner tijd emissieloos en steeds autonomer (zelfrijdend).

Eerlijk verdelen

Mobiliteit kan efficiënter, duurzamer en ook goedkoper worden als we niet allemaal op hetzelfde moment hetzelfde vervoersmiddel kiezen. Samen met Groningen Bereikbaar en onder andere het OV-bureau Groningen Drenthe zetten we in op gedragsverandering. Met bedrijven, instellingen en scholen maken we afspraken over bijvoorbeeld het tijdstip en de wijze van reizen.


Draagvlak
Met partijen in de regio werken wij aan een regionaal mobiliteitsplan, met daarin ons mobiliteitsbeleid op hoofdlijnen en de afspraken uit het Klimaatakkoord. Het Regionaal Mobiliteitsplan wordt de ‘kapstok’ waaraan verschillende mobiliteitsprogramma’s komen te hangen die samen een integrale mobiliteitsvisie vormen. Het gaat daarbij onder andere om het openbaar vervoer, autonoom vervoer, de wegenvisie, verkeersveiligheid, goederenvervoer, vaarwegen, beheer en onderhoud, de fiets, ketenmobiliteit en hubs.


Slim combineren
Hubs zijn overstappunten waar verschillende vervoersvormen bij elkaar komen, zoals bus, trein, auto en/of fiets. Vanuit elke plek in de provincie is er altijd een hub dichtbij. We investeren op de hubs bijvoorbeeld in parkeervoorzieningen voor de fiets en oplaadpunten voor elektrische mobiliteit. De komende jaren onderzoeken we of de hubs ook als centraal punt kunnen dienen binnen de logistiek en het afleveren van goederen, waardoor deze sector duurzamer wordt. Dit draagt bij aan emissieloze steden en kernen.


Economische ontwikkeling
Wij zijn in maart 2020 gestart met een pilot voor een waterstoftrein. Hiermee ondersteunen we het tot stand komen van de groene waterstofeconomie.


Samenwerking
Het afgelopen jaar is in onze provincie het hive.mobility netwerk opgezet. Binnen dit netwerk werken we samen met (regionale) onderwijsinstellingen, bedrijven en verschillende overheden. Het netwerk helpt ons om kennis en ervaring over mobiliteit te vergroten en innovatieve oplossingen toe te passen. Ook leren we van pilots als het ombouwen van vervoersmiddelen op waterstof. Als vervolgstap kunnen deze kennis en ervaring worden uitgewisseld met de rest van het land en het buitenland.


Goede voorbeeld
In ons eigen wagenpark willen we het goede voorbeeld geven. Vanaf 2020 zijn alle nieuwe voertuigen die we aanschaffen emissieloos, tenzij het niet anders kan. In 2026 is in ieder geval 80 procent van het provinciaal wagenpark emissieloos. Het gaat hierbij zowel om personenauto’s als bestelbusjes. Uiterlijk in 2030 is ons gehele eigen wagenpark emissieloos.

Als provincie hebben we zelf invloed op de aanleg, het beheer en het onderhoud van provinciale infrastructuur, zoals wegen en waterwegen. Onze ambitie is dat al onze infrastructuur op termijn CO₂-neutraal en circulair wordt aangelegd, beheerd en onderhouden. Daarom stellen we bij nieuwe projecten hoge eisen aan duurzaamheid. Ook in het beheer en onderhoud van de bestaande infrastructuur zetten wij grote stappen. Bijvoorbeeld via duurzame en innovatieve toepassingen, zoals lagetemperatuurasfalt en het hergebruiken van materialen.

Onze inzet